Spelen wat er staat

Van onze orgeldocent aan het Amsterdamsch Conservatorium, Albèrt de Klerk, is de onsterfelijke uitspraak: “Gewoon spelen wat er staat”. Dat zei hij zo af en toe. Wij studenten keken elkaar dan even aan en ieder dacht er zo het hare of zijne van.

Echter, tijdens het diner ter gelegenheid van zijn afscheid van het conservatorium – toen Sweelinck Conservatorium, eerder Amsterdamsch Conservatorium, nu Conservatorium van Amsterdam – zei Gustav Leonhardt ongeveer hetzelfde: “Ik heb altijd geprobeerd zo goed mogelijk te spelen wat ik voor me zag”.

De vraag is nu wat staat er, wat zie ik voor me?

Meestal is het zo dat je meer in iets ziet naarmate je over meer kennis beschikt. Wanneer mijn garagehouder en ik onder de motorkap kijken ziet de garagehouder meer dan ik. Daar ga ik tenminste maar even van uit.

Iemand die schilderijen restaureert of een kunsthistoricus ziet meer en anders dan de gemiddelde museumbezoeker.

En dit soort kennis stoelt zelden op strikt wetenschappelijke vergezichten en waarnemingen, op esoterische kennis of andere ongrijpbare zaken. In de meeste gevallen gaat het gewoon om feitjes, weetjes, ditjes en datjes én het vermogen om verbanden te leggen tussen al die losse componenten.

Muziek studeren bestaat daarom vooral uit lezen en analyseren, in hedendaags jargon, conpetentie opbouwen.

Voor beginners mag imitatie, voor- en nadoen, een krachtig didactisch hulpmiddel zijn, maar de kennis en kunde die je je eigen maakt is uiteindelijk heel persoonlijk en kan niet één op één doorgegeven worden aan iemand anders – een leerling of student bijvoorbeeld. Het is geen kwestie van kopiëren en plakken.

Hoe zit het dan met die geweldige vertolkingen die een toehoorder waarneemt en waarom die organist of klavecinist zo gewaardeerd wordt?
Met enige overdrijving kun je zeggen: zij interpreteren helemaal niet, zij hebben al hun aandacht nodig om gewoon te spelen wat er staat, wat zij voor zich zien.

Samengevat. Interpretatie is een ander woord voor wat iemand ziet en kan. Interpretatie kan nooit één op één worden gekopieerd. Dat is meer iets voor geluidsdragers als Lp’s, Cd’s enz., niet voor mensen van vlees en bloed.

Dat betekent ook dat spelen zoals de componist het graag zou hebben – een bijna heilig principe in het klassieke muziekbedrijf – eigenlijk onmogelijk is. In het beste geval kan een musicus proberen zo goed mogelijk rekening te houden met aanwijzingen en intenties van de componist. Meer kan een mens niet aan.

Athanasius Kirchner Musurgia Universalis Tomus II pg 334 1650

Athanasius Kirchner
Musurgia Universalis Tomus II pg 334
1650

*****