Spelen wat er NIET staat

Ook dat komt op ons pad.. Niets blijft ons, liefhebbers van de oude muziek, bespaard.

Heel vaak moeten we versieringen spelen die niet in de partituur staan aangegeven. Heel vaak ook moeten we ook een ander ritme spelen dan staat geschreven.

Een bekend voorbeeld van dit laatste vinden we in de Courante uit de Franse Suite IV (BWV 815) van J.S. Bach. Daar is het de bedoeling dat de gepuncteerde ritmes gelijkgetrokken worden met de triolen.

Bach Courante Fr Suite IV

Meer suggesties in onderstaande voorbeeld.

Triolen

By the way.
Voor de muzikale marathonlopers onder de organisten is het fijn puzzelen in Bach’s Vater unser im Himmelreich à 2 Clav. Et Pedal e Canto fermo in Canone (BWV 682). Daarbij aangetekend: De daar voorkomende punten boven of onder de noten zijn accenttekens, dus geen staccato.

Een minder bekend voorbeeld.
J.S. Bach: Sarabande uit de Franse Suite V (BWV 816)Daarin komen we de volgende kwestie tegen.

Al meer dan twee eeuwen gaan wij ervan uit dat een punt achter een noot deze noot met de helft van zijn waarde verlengt. In de 17e en 18e eeuw gaf een punt achter een noot ook een verlenging van die noot aan, maar de duur van die verlenging stond niet vast. Een tweevoudige puntering achter een noot werd niet opgeschreven. Wel gespeeld.

Bach Sarabande Fr Suite V

Wat meer verstopt komt dit voor in het volgende voorbeeld: J.S. Bach: WTC II, Fuga 19 (BWV 888).

Bach WTC II fuga 19

Ook ongebruikelijk was de rust met verlengingspunt. De bedoeling moet ook hier opgemaakt worden uit de context.
Zie het volgende voorbeeld:

G. Frescobaldi: Il primo libro di toccate, Toccata I.

Frescob

Een ander interessant geval wordt ons aangeboden door J.S. Bach in het eerste deel van de Ouvertüre nach Französischer Art, Clavier Übung II (BWV 831).Tijdens zijn leven verscheen dit werk in druk. Het stuk is daar in h moll. Maar er is ook nog een handgeschreven versie van hetzelfde werk bekend. Daar in c moll (Uitgegeven door Hans David bij B. Schott’s Söhne). Wat meteen opvalt zijn de grote verschillen in notatie van het ritme.

Ouverture JS Bach

Misschien bevat bovenstaande geen nieuws. Maar tot mijn grote droefenis hoor ik toch regelmatig uitvoeringen waaruit dat niet blijkt.
Een van die gevallen waar men gewoon speelt wat er staat, maar waar men zou moeten spelen wat er niet staat is het Präludium in F dur van Georg Böhm. De titel van dit stuk is dekt niet de lading. Het is duidelijk: hier hebben we te maken met een zo genoemde Franse Ouverture. De consequenties voor de uitvoering, zoals ik die zie, heb ik in het volgende voorbeeld uitgewerkt.

Böhm, Georg - Präludium in F dur

De complete compositie in beide verschijningsvormen kan men vrijelijk downloaden van de website van het NCG. Daar is meer bladmuziek te vinden die men “ongestraft” voor eigen gebruik kan downloaden.

Georg Böhm Praeludium in F

*****