Anticiperend spelen. Dat is warm aan te bevelen zullen we maar zeggen.
Natuurtalenten doen dit als vanzelfsprekend en, naar ik vermoed, vaak zelfs zonder dat zij zich ervan bewust zijn. Anderen moeten zich dat eigen maken, zich tot een tweede natuur maken. Een aardige opdracht voor leerling en leraar.
Wat ik ermee bedoel is het eenvoudigst duidelijk te maken aan de hand van een voorbeeld: auto rijden. De meeste mensen hebben daar ervaring mee, hetzij als bestuurder, hetzij als medepassagier.
Iemand die in een stedelijke omgeving anticiperend rijdt houdt bijvoorbeeld spelende kinderen en loslopende honden in het vizier, ziet dat iemand bij een zebrapad aanstalten maakt om over te steken, ziet bijtijds dat de stoplichten op rood gaan, ziet bijtijds verkeersdrempels. Het voorsorteren en inhalen gaat soepel. Iemand echter die niet anticiperend rijdt staat veelvuldig op de rem, wordt op verkeersdrempels hevig door elkaar geschud, mist vaak de afslag of net niet enz. We komen waarschijnlijk wel zonder ongelukken op de plaats van bestemming, maar de reis was geen pretje en het kostte extra energie (in dit geval ook brandstof).
Nu de muziek. Je moet vooraf een voorstelling hebben hoe iets gaat klinken en wat je daarvoor moet doen. De linkerhand neemt bijvoorbeeld al zijn positie in voor het volgende akkoord terwijl de rechterhand nog druk doende is in de hogere regionen. Het gaat daarbij om fracties van seconden. Daarop moet gestudeerd worden. De aanbevelingen die ik eerder gaf kunnen daarbij goed van pas komen.
Voor goed musiceren geldt hetzelfde als voor goed auto rijden. Je moet om te beginnen de mogelijkheden van het instrument leren kennen en basishandelingen moet je hebben geautomatiseerd. Technische oefeningetjes los van de muziek komen daarbij goed van pas. Dat is van alle tijden.
Die technische oefeningetjes hoeven niet saai te zijn. Hier een voorbeeld daarvan uit L’Art de toucher van François Couperin.
*****