Aria da Capo e Fine
Bij concerten komt het te vaak voor dat het publiek wordt overvallen door een abrupt einde aan een reeks variaties over een koraal of een aria. Er ontstaat enige verwarring of onzekerheid. Dit is meestal eenvoudig te voorkomen.
Johann Sebastian Bach
“Aria da Capo e Fine”.
Deze aanwijzing geeft Bach na de 30ste variatie om de “Goldbergvariaties” af te sluiten. Vrij vertaald: “bij wijze van afsluiting de Aria nog eens spelen”: Aria da Capo. Nergens vinden we deze goede gewoonte – overigens geen wet van Meden en Perzen – zo expliciet uitgesproken als hier.
De daar aanbevolen aanpak vinden we stilzwijgend toegepast bij de “Aria Variata alla maniera italiana” in a-moll. BWV 989. In dat werk is Variatio X voor de onvoorbereide luisteraar qua sfeer een Aria da Capo. De vrijheden die Bach zich in dit Da Capo veroorlooft zullen haar of hem waarschijnlijk (grotendeels) ontgaan. Die vrijheden, dat is iets om te onthouden.
Variatio IX vertoont gelijkenis met sommige afsluitende variaties bij Pachelbel: tweestemmig, homo-ritmisch, zestiende noten. Alles bij elkaar: geen voldoening gevende wijze om af te sluiten. Zie hieronder.
Overigens. Zowel in de Aria als de herhaling ervan (Variatio X) stuiten we op passages waar we vingers te kort komen. Dat kan erop wijzen dat hier misschien aan het pedaalclavichord gedacht moet worden.
Voor Orgel
In de “Partite diverse sopra il Corale Sei gegrüsset, Jesu gütig” BWV 768 vinden we ook een Aria da Capo (in dit geval de koraalmelodie) met de nodige omspelingen: “Variatio XI à 5 voci, in Organo pleno”. In de daaraan voorafgaande Variatio X wordt het koraal op de wijze van een koraalvoorspel bewerkt, met uitkomende stem in de sopraan .
In “Partite diverse sopra il Corale Christ, der du bist der helle Tag”. BWV 766 is het Da Capo in het pedaal (se piace) te vinden. Laat men de pedaalpartij weg, dan lijkt me een da Capo niet overbodig.
De overige koraalpartitas besluiten met een variatie in een vrijere stijl (koraalfantasie) met klavierwisselingen, wisselingen van tempo, fragmenten in imitatieve stijl, echowerking door octaafverplaatsing enz. Een da Capo zou daarna te veel van het goede zijn.
Johann Pachelbel
De koraalvariaties voor orgel.
Ik beperk me tot de collectie “Musicalische Sterbens-Gedancken”. 1683.
1. “Christus der ist mein Leben”. Partita 12 in 12/16 maat kan nog gezien worden als een da Capo met de koraalmelodie in de bovenstem. Zelf gaat mijn voorkeur uit naar een echt Da Capo.
2. “Alle Menschen müssen sterben” eindigt (partita 8) tweestemmig, homo-ritmisch, zestiende noten. Een da Capo lijkt me hier op zijn plaats.
3. “Herzlich tut mich verlangen” eindigt ook tweestemmig (partita 7). Ook hier lijkt me daarom een da Capo op zijn plaats.
4. “Was Gott tut, das ist wohlgetan” eindigt (partita 9) zoals Alle “Menschen müssen sterben”: tweestemmig, homo-ritmisch, zestiende noten. Een Aria da Capo lijkt me hier gewenst.
In al deze gevallen worden door de speler in het da Capo het liefst enige “veranderingen” aangebracht: versieringen, omspelingen van tonen, opvullingen van intervallen. Alles op basis van de gegeven onderliggende harmonieën (basso continuo).
Een zelfde aanpak is aan te bevelen bij alle Arias uit de bundel “Hexachordum Apollinis/Sex Arias Exhibens” Nürnberg 1699, door Pachelbel opgedragen aan de collega’s Ferdinand Tobias Richter en Dietrich Buxtehude, “beide wereldberoemde musici (Beeden Weltberühmten Musicis)”.
Carl Philipp Emanuel Bach
Andere werken die volgens mij ook gebaat zijn bij een Aria da Capo: C.Ph. Emanuel Bach. “Allegretto con VI Variazioni”. Wq. 118, 5 en “Arioso con Variazioni”. Wq. 118, 4.
Johann-Jakob Froberger
De “Partite Auff die Maÿerin” van Johann-Jakob Froberger. Gaandeweg blijkt dat we bij deze reeks variaties te maken hebben met een suite waarin de allemande vijf keer wordt gevarieerd en de courante twee keer. De sarabande besluit het geheel, zoals vaker bij deze componist.
NB In de situatie Menuet I – Menuet II – Menuet I of in de situatie Menuet I – Trio – Menuet I da capo, is het gebruikelijk om bij het spelen van dat da capo de herhalingen achterwege te laten. In letters uitgedrukt: aabb-ccdd-ab.
Ik weet niet waar die gewoonte vandaan komt.
Ik weet evenmin of dit gebruik ook toepasbaar is in een Aria da Capo na een reeks variaties. Voor koralen ligt dat anders. Wanneer een koraalmelodie de opbouw aab heeft – dat komt nogal eens voor vanwege de tekst – moet men in het da Capo natuurlijk die structuur respecteren.
Voor de liefhebbers van numerologie nog dit plaatje uit “Hexachordum Apollinis”.
****